Je hebt
liefhebbers van bier, en je hebt liefhebbers van pils. “Wat nu?”, zullen
sommigen vragen. Pils is toch bier. Ja, daar valt niets tegen in te brengen.
Maar in de afgelopen tientallen jaren heeft zich in Nederland een tweedeling
voorgedaan. Dronk de Nederlander eerst voornamelijk pils –van welk merk dan
ook– al geruime tijd is het zogenaamde ‘speciaalbier’ in opmars. En steeds
vaker wordt met een zeker dedain neergekeken op pilsdrinkers. Zeker als die dan
ook nog een voorkeur voor Heineken aan de dag leggen. Bij de naam Heineken
zullen de meeste mensen verder de flamboyante Freddy Heineken voor ogen hebben.
De familie heeft echter meer te bieden. De meer bescheiden kunstzinnige wetenschapper
en vader van Freddy: H.P. (Henry) Heineken, maar ook de grondlegger van het
huidige concern Gerard Adriaan Heineken (1841-1893). De laatste heeft nu
volkomen verdiend een biografie gekregen, geschreven door Annejet van der Zijl.
Bovendien, dit jaar 150 jaar brouwerij Heineken, en daarom ook nog een
tentoonstelling en verschillende lezingen bij het Amsterdamse stadsarchief. Het
is dit jaar dus Heineken galore!
Het boek
Aan Annejet van der Zijl de eer om de biografie
van Gerard Heineken te schrijven: Gerard
Heineken. De man, de stad en het bier. Gerard Heineken had het beslist
slechter kunnen treffen, want het boek van Annejet van der Zijl is plezierig
leesbaar en informatief. Dat kan ook nauwelijks anders, want zo is haar stijl.
Inhoudelijk qua informatie, en toegankelijk qua schrijfstijl. Toch vind ik deze
biografie van Heineken minder geslaagd dan die van Annie Schmidt en Prins
Bernhard. Gerard Heineken blijft, alle goede bedoelingen ten spijt een beetje ‘plat’,
twee dimensionaal. Akkoord, hij was de grondlegger van een wereldconcern, hij
was cultureel actief, hij was sociaal begaan. Al die dingen zijn te herleiden
aan de hand van allerlei activiteiten waarbij hij betrokken was. Nieuw voor mij
was dat hij interessant historisch en kunstzinnig materiaal voor een breed
publiek veilig stelde door het te schenken aan het Oudheidkundig Genootschap en
het Gemeentearchief Amsterdam. En ook dat hij onder meer betrokken was bij
sociale woningbouw. Maar leren we daardoor de persoon echt kennen? Krijgen we
daardoor de kans om hem sympathiek te vinden of een hekel aan hem te krijgen?
Helaas niet, want daarvoor ontbreekt toch te veel aan het geschetste beeld.
Dat hij een twee dimensionale persoonlijkheid
blijft ligt ongetwijfeld aan het bijna volstrekt ontbreken van egodocumenten.
De brief die hij aan de vooravond van de aanschaf van brouwerij ‘de Hooiberg’
aan zijn moeder schreef is daarom terecht bewaard als een ‘relikwie’. Het is
een van de weinige stukken waar de persoon Gerard Heineken zich een beetje laat
kennen. Een zelfbewuste jongeman, vol plannen. Hij is zeker van zijn zaak, en hij
laat zich niet beetnemen door de ‘volwassenen’ die het groentje de brouwerij
willen verkopen. Maar voor de rest leren we hem niet echt kennen. Een succesvolle
zakenman, een cultureel geïnteresseerde Amsterdammer. Maar dat waren er wel
meer. De bezielde eigenaar van een brouwerij dan? Tsja, dat waren er in die
tijd ook meer. Het was de tijd waarin de brouwnijverheid in Nederland nieuw
elan leek te krijgen. In deze periode was Heineken zelfs in Amsterdam lang niet
de enige. De Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwmaatschappij, de Amstel,
’t Haantje, de Deli, zelfs Van Vollenhoven. Stuk voor stuk grote Amsterdamse
brouwerijen. Maar ook in andere steden bloeide op dit gebied nieuw initiatief
op. Wat wel bijzonder is? Het feit dat de brouwerij van Heineken al deze
initiatieven stuk voor stuk overleefde. Maar is dat de verdienste van Gerard
Heineken? Ik vrees dat die zaak aanzienlijk gecompliceerder ligt. Hoe goed het
verhaal ook geschreven is, hoe boeiend het onderwerp ook is, Gerard Heineken
blijft een onbekende.
Gebaseerd op de berichten in de pers was ik bang
dat de schandalen die door Von Barnekow en zijn vrouw veroorzaakt werden de
boventoon zouden gaan voeren. Bekenden die weten dat ik in de geschiedenis van
de brouwnijverheid geïnteresseerd ben kwamen naar me toe, met de vraag of ik
het al gehoord had: Freddy Heineken was geen ‘echte’ Heineken! Dat verhaal
kende ik al lang, evenals vele andere verhalen. Na lezing van het boek van
Annejet van der Zijl ben ik gerust gesteld. Zij meldt het verhaal, maar
besteedt er niet meer aandacht aan dan dat het verdient. Roddel en achterklap
is bij haar terecht slechts een ‘voetnoot’ bij het totale verhaal. Al met al
kan ik het boek zeker aanraden als een plezierig leesbaar boek, dat een
interessante kijk biedt in de ontwikkeling van Amsterdam in de tweede helft van
de negentiende eeuw. Voor hen die in de geschiedenis van de brouwerij
geïnteresseerd zijn zou ik het minder aanraden. Daarvoor blijft nog steeds het
boek van Korthals de beste bron. En dat is dan jammer, want dat boek dateert
immers al van 1948 en kan dus op bepaalde punten beslist gedateerd genoemd
worden. Een enkele kanttekening nog. Het is zeker dat Wilhelm Feltmann
geprobeerd heeft de brouwerij onder zijn controle te krijgen. Begrijpelijk,
want hij had er minstens zoveel energie in gestopt als Gerard Heineken. Maar of
het de bedoeling was dat zijn zoon Frits Feltmann hem op zou volgen, zoals op
pagina 198 vermeld wordt? Deze was nog rijkelijk jong op dat moment. Er was een
moment dat een Feltmann junior in zicht was, maar dat was voor zover mij bekend
de oudste zoon Willy Feltmann, geboren in 1873. Hij kwam op audiëntie, maar werd
te licht bevonden. Gezien de weinig hartelijke relatie tussen Wilhelm Feltmann
en Mary Heineken niet echt verrassend. Beiden hadden denkelijk een te groot ego
om goed met elkaar samen te kunnen werken. Het bleek voor de zoons van Feltmann
vermoedelijk een fikse streep door de rekening.
De
tentoonstelling
Zoals al eerder gezegd, ook het Amsterdamse
stadsarchief biedt dit jaar ruimschoots aandacht aan Heineken. Een
tentoonstelling en een aantal lezingen. De tentoonstelling is beslist mooi vorm
gegeven. Maar als ik het daar bij zou laten dan zou ik de samenstellers beslist
tekort doen. Naast de vormgeving is ook de inhoud positief te beoordelen. Wie
alles volgt en kennis neemt van de extra informatie die via de audiotour wordt
gegeven krijgt een goed beeld van de ontwikkeling van de brouwerij in de
negentiende eeuw. Evenals bij de biografie van Gerard Heineken is de brouwerij
ook hier onderdeel van de ontwikkeling van de stad Amsterdam in dezelfde
periode. Terecht, want Heineken is zeker een van de voorbeelden van de
economische ontwikkeling van de stad. De tweede gouden eeuw, zoals deze hier genoemd
wordt. Toch leidt dat een enkele keer tot een wat overdreven aandacht. De
tentoonstelling sluit af met een overzicht van de voor de stad zeer kenmerkende
gebouwen die in die tijd ontstonden: het Paleis voor Volksvlijt, het
Concertgebouw, het Rijksmuseum, de Beurs van Berlage en het Centraal Station.
Of de brouwerij van Heineken nu echt in dit rijtje thuis hoort? Evenals een
aantal andere gebouwen die hadden kunnen behoren tot het industrieel erfgoed
van Amsterdam is het oorspronkelijke gebouw inmiddels verdwenen. Dus zo
iconisch als de andere gebouwen is de brouwerij van Heineken daardoor niet.
Ondanks dat wil ik ook de tentoonstelling in ieders aandacht aanbevelen.
Tenslotte
Als ik constateer dat Gerard Heineken terecht een
biografie heeft gekregen, dan moet me wel van het hart dat dit is om de
persoon. Kijken we naar het concern, en nog breder naar de geschiedenis van de
brouwnijverheid in Nederland, dan is er een persoon die er tot nu toe relatief bekaaid
vanaf komt: Wilhelm Feltmann. Ingehuurd door Gerard Heineken om de transitie
van de traditionele brouwerij de Hooiberg naar een moderne brouwerij mogelijk
te maken, werd Feltmann meer. Onder meer door zijn internationale contacten, en
door zijn technische inzicht werd de Nederlandse brouwwereld voorgoed hervormd.
Hij stond daarin weliswaar niet alleen, maar hij speelde daarin wel een
vooraanstaande rol. Naast Gerard Heineken verdient de persoon van Feltmann daarom
zeker aparte aandacht. Wat men ook denkt van het huidige product van Heineken,
de rol van pioniers als Feltmann is voor de gehele bierwereld in Nederland van
onschatbare waarde. En ook dat verdient aandacht, een onderzoek en een boek!
Verder lezen
over Heineken?
Naast het boek van Annejet van der Zijl en het
hierboven ook genoemde boek van de hand van Korthals over Heineken, is in de publicaties
van Ton Heijdra en Mariëlle Hageman de nodige aandacht besteed aan de gebouwen
van de brouwerij van Heineken in Amsterdam. Ook de niet geautoriseerde
biografie van Freddy Heineken van Barbara Smit besteedt enige aandacht aan het
begin van het wereldconcern.
Annejet van der Zijl, Gerard Heineken. De man, de stad en het bier, (Amsterdam /
Antwerpen 2014)
H.A. Korthals, Korte
geschiedenis der Heineken’s Bierbrouwerij Maatschappij N.V. 1873-1948,
(Amsterdam 1948)
Ton Heijdra, Het
Heinekenterrein. Geschiedenis van een brouwerij, (Amsterdam 1995)
Barbara Smit, Heineken.
Een leven in de brouwerij, (Nijmegen 1996)
Mariëlle Hageman, Heineken. De brouwerij in Amsterdam, (Amersfoort / Brugge 2013)